Zonder haast vertrokken we deze ochtend tegen negenen uit Palmwag. De Grootberg pas (Grootberg hoogte 1645) bood naar weerskanten een indrukwekkend uitzicht over de vlakten. Hier kwamen we nog een enkele springbok tegen, maar verderop in de vlakte was er meer bewoning in de vorm van boerderijtjes en kleine dorpjes. Ook passeerden we een medische post, waar het een drukte van belang was. Weer verder maakte de kleinschalige bewoning plaats voor grote landerijen, te oordelen naar de kilometers lange moderne hekwerken en poorten met oprijlanen; ongetwijfeld in blanke handen.
Ook het landschap veranderde wat van karakter: meer savanne met verspreide bomen en voor het eerst zagen we termietenheuvels, enorme bergen vaak rondom een boomstam opgebouwd. Voor het eerst ook zagen we in grote getale bomen die wit bloeiden met een soort pluizige bolletjes, die wel wat op onze wilgenkatjes lijken.
Zo bereikten we iets na elven Kamanjab, dat ik eerder een levendig kruispunt dan stadje zou willen noemen. Een benzinestation en een grote supermarkt zijn bijna een must-stop voor iedere reiziger en wij op onze beurt oefenen onvermijdelijk een enorme aantrekkingskracht uit op de lokalen, die iedere kans aangrijpen om iets aan de man/vrouw proberen te brengen. Nergens anders hebben we dat als zo opdringerig ervaren als in Kamanjab. Terwijl ik de supermarkt indook om onze snack- en drankvoorraad weer wat aan te vullen, verschanste Rob zich in de auto en daarna zijn we spoorslags doorgereden naar Etosha.
In het gekleurde gebouw links zijn openbare toiletten. De vrouwen die alles schoonmaken zijn de kleine gevraagde bijdrage meer dan waard!
Oogverblindende Hererovrouw
De weg van Kamanjab naar Galton Gate is geasfalteerd en dat was even luxe voortbewegen na alle hobbelwegen van de afgelopen tijd. Onderweg staan er waarschuwingsborden voor wilde zwijnen en die kunnen inderdaad onverwachts uit het hoge gras opduiken en de weg oversteken. Ook zagen we in het buitengebied al giraffen. Bij Galton Gate worden bezoekers ingeschreven, maar pas een paar kilometer verderop is een kantoor waar je moet betalen. Het ziet er allemaal erg nieuw uit en dat heeft misschien wel te maken met de aanwezigheid van Dolomite Camp sinds vorig voorjaar, waardoor hier meer bezoekers komen. Je hoort ook wel geluiden dat dit westelijk deel in de toekomst eveneens voor andere bezoekers van Etosha toegankelijk zal worden en vanuit Opuwo (er komen ook daar meer asfaltwegen) een doorgangsroute zal gaan vormen naar het centrale deel van Etosha. Nu kun je hier alleen nog komen met special permit of als gast van Dolomite Camp. En juist voor die onbedorven rust hadden wij voor Dolomite Camp gekozen. De mevrouw die het kantoor bemande was bijzonder vriendelijk en gaf ons verschillende goede tips voor het vervolg van onze route en de waterbekkens waar we dieren zouden kunnen zien.
De meest westelijke bronnen hebben niet permanent water en daarom reden we eerst naar Renostervlei. We boften geweldig, want er was juist een flinke kudde olifanten, die niet alleen kwamen drinken, maar ook echt het water in gingen, zich in de modder wentelden en zichtbaar genoten van hun modderbad. Even nadouchen met een slurf stof en ze konden er weer even tegen! Geweldig schouwspel!
Zolang de olifanten in het water waren, hielden de andere aanwezigen zoals zebra's, koedoes en springbokken zich rustig op de achtergrond. Alleen de kleine zwijnen nemen zo weinig plaats in, dat ze zich wel bij het water waagden.
De zebra's die we hier zagen, blijkbaar ook na een potje pootje baden, waren trouwens nog Hartmann bergzebra's (foto's boven) en dat verbaasde me eigenlijk. Op twee dieren na, die we verderop nog tussen steppenzebra's tegenkwamen, was dit ook de laatste plek dat we deze soort hebben gezien.
Iets verderop kwamen we al de steppenzebra's (equus quagga / plains zebra) tegen: breder strepenpatroon met bruine tussenstrepen, doorlopend tot onder de buik en minder op de poten, geen nekzak (foto onder).
Deze Waaierstaart-grondeekhoorns waren hier wel op de vlakte bij het water, maar zijn zelf niet afhankelijk van water omdat ze dat uit hun voedsel, dat ze opgraven uit de grond, halen. De staart wordt soms over de rug uitgewaaierd om wat schaduw te geven.
Bij Rateldraf en Klippan troffen we niet veel dieren aan, maar wel onderweg naar Klippan olifanten, die schaduw zochten onder de bomen en dat levert dan toch een mooi Afrikaans plaatje op.
Termietenheuvels lijken soms boomstammen.
Helmeted Guineafowl, veel gezien in Etosha
Dolomite Camp op de heuvel
Geen opmerkingen:
Een reactie posten