maandag 22 oktober 2012

Dag 16: Palmwag gamedrive


Eigenlijk hadden we met de avondgamedrive willen meegaan, maar die was al volgeboekt en er waren te weinig auto's om uit te breiden. Omdat we graag een keer de woestijnolifanten wilden zien en er ook leeuwen in dit gebied zijn, hebben we toch maar ingetekend op de ochtenddrive. Weer vroeg op dus! Het ontbijt stond al keurig voor ons klaar en om 6.30 uur vertrokken we met twee Franse koppels in een open jeep, samen met nog twee auto's. We hadden ons met warme winddichte kleding, dikke sjaals, mutsen en een extra poncho ingepakt tegen de koude. 

Vocht van de oceaan had zich die nacht samengepakt in dikke wolkenlagen, wat een prachtig schouwspel opleverde toen de zon eenmaal begon door te breken.


De lage zon zette alles in een oranje gloed, ook deze gemsbok

Eerst reden we dezelfde weg als gisteren naar het noorden, maar na niet al te lange tijd doken de auto's een pad het land in. Verschillende malen moesten we stoppen, omdat een van de jeeps steeds mankementen vertoonde en de anderen moesten bijspringen. Onderweg zagen we in de verte giraffen en ook struisvogels;  de olifanten bleven het eerste uur nog buiten beeld. We reden in de heuvels op een hoge richel, toen we beneden ons een kudde olifanten zagen lopen. Blijkbaar is dit - misschien juist in de vroege ochtend om op te warmen - een prettige plek voor dieren, want er liepen ook zebra's, gemsbokken (oryx) en springbokken. In de boom op de top van de heuvel zat een arend (booted eagle - niet helemaal zeker). 

Al grazend hielden ze er stevig de pas in


De woestijnolifanten stammen af van de "gewone" Afrikaanse olifant, maar hebben zich volledig aangepast aan de omstandigheden in de woestijn. Ze zijn kleiner en hebben langere poten en schijnen grote afstanden af te leggen. Zoals wij deze dieren zagen voorttrekken, kan ik me daar iets bij voorstellen: al grazend hielden ze er toch stevig de pas in. Woestijnolifanten kunnen 4 dagen zonder water. In droge tijden graven ze met hun poten naar water en komen ook wel water halen uit het zwembad van bijvoorbeeld Palmwag Lodge en de waterrreservoirs bij campings, zoals de Aba-Huab Campsite (omgeving Twyfelfontein). Volgens gegevens op verschillende internetsites zijn er niet veel meer dan 50 woestijnolifanten en deze komen vooral in Damaraland voor. We hebben dus een aanzienlijk deel van de populatie op deze plek ontmoet en dat was een mooie belevenis!






Wij reden langzaam naar de top van de heuvel, waar ons pad dat van de olifanten kruiste. Ze kwamen prachtig dichtbij. Terwijl de groep rechts van ons verdween, kwam er van links nog een clubje aanlopen. Magnifiek! We hebben net zo lang staan kijken tot ze allemaal rechts in het veld verdwenen waren. En het is verbazingwekkend hoe snel zo'n grote groep grote dieren in de natuur is opgegaan!


Het kan niet anders of die spreekwoordelijke olifantenhuid moet deze dieren ook binnensmonds beschermen, als je ziet dat er halve doornenstruiken in verdwijnen. En ze staan er net zo vrolijk op te kauwen als wij op een kauwgommetje. Hier gaat een kleine plant met wortel en al naar binnen, maar woestijnolifanten zijn zuiniger op hun voedselbron dan de savanne-olifant: ze rukken geen hele bomen uit de grond.







Dit Damaraland is een bijzonder afwisselend landschap van bergen, heuvels, kloven, dalen en bredere vlaktes. Waar er op verschillende plaatsen (regelmatig of nog ondergronds) water is, tooit het stenige land zich met grassen, kruiden en bomen, waar intens groen, gele grassen, de groen-oranje mopanebommen en de verschillende kleuren gesteenten een prachtig kleurenspel opleveren.



Bovenop een plateau stonden we plotsklaps oog in oog met een hyena. Voor zover ik weet zijn het nachtdieren, maar misschien was de nachtjacht niet succesvol geweest en probeerde dit exemplaar nog iets te eten te vinden. Omringd door drie auto's bleef het dier vrij rustig op z'n plek, minstens zo nieuwsgierig als wij, maar wel op z'n hoede en bij een beweging in een auto, klaar om ervandoor te gaan.






We maakten een (plas-)pauzestop in een kale vlakte vol euphorbiastruiken. Dit is de Euphorbia Damarana, net zo giftig als de euphorbia in Fish River Canyon, maar veel groter. Hiertussen kunnen zebra's en springbokken  lopen zonder dat je hen ziet. Zelfs giraffen kunnen er tot hun nek achter schuilgaan.
Na 2 en half uur waren wij ook wel blij met de privacy die deze struiken ons boden.
 




Steenbok en koedoe



Inmiddels reden we offroad over soms nauwelijks zichtbare tracks dwars door voornamelijk droge rivierbeddingen. De steeds haperende auto hadden we op het pauzepunt achtergelaten en bij ons was er een ranger bijgekomen als aanvulling op onze chauffeur, want we waren nu wel duidelijk op zoek naar leeuwen. En ze zochten de leeuwen vooral op bepaalde plaatsen bij de rivierbeddingen en onder de hogere oeverranden. 


Onze gidsen hebben erg hun best gedaan en we hebben heel wat afgereden, maar wat de katten betreft zonder resultaat. Bij een verre heuvel cirkelden wel heel veel roofvogels, minstens 20 of 30. De twee mannen waren er niet erg duidelijk over, in een rijdende auto met een verrekijker schiet ook niet op en we zijn er ook niet echt op afgereden, maar voor zover ik nu op de foto's kan zien, moeten het gieren geweest zijn. 
Eerder op onze tocht hebben we ook een paar keer giraffen gezien, maar steeds vrij ver weg. Nu kwamen we in een gebied, waar we ze regelmatig tegenkwamen en ook gemakkelijker konden benaderen. 




Een kudde zebra's snelde voor ons weg om steeds een stukje verder te blijven staan en naar ons te kijken om vervolgens bij onze nadering weer weg te sprinten 







Bij deze prachtige canyon hebben we een poosje gepauzeerd. Het was alleen al heerlijk om hier weer even op te warmen, want hoewel de zon volop scheen, was het in die open jeep, waar de wind voortdurend doorheen joeg, uitermate koud. Mutsen, capuchons - de Fransen zelfs handschoenen - waren amper afdoende om de koude tijdens het rijden te weren. De poncho's zijn sinds het vertrek dan ook niet meer uit geweest.

Wij keken vanaf boven over de canyon heen. Ook hier zie je al aan het weelderige groen, dat er water is. In een kom van de rivierbedding bovenaan de rand van de canyon was zelfs nog een bescheiden poeltje. Dat lokt natuurlijk ook weer vogels.




Damaraland maakte de belofte van prachtig land meer dan waar!


De kudde olifanten die wij in de bergen hebben gezien, waren allemaal vrouwtjes en jonge dieren. Bij thuiskomst in Palmwag troffen we de twee mannetjes, die volgens de gidsen bij de kudde horen, bij de ingang van het kamp aan. De voorste olifant draag een band om de nek; blijkbaar worden de dieren gevolgd. De olifanten lopen trouwens regelmatig dwars door het kamp. Ook deze ochtend lagen er grote hopen olifantenpoep in het centrale gedeelte en ze zijn waarschijnlijk vlak langs ons huisje gekomen. Ik meende 's nachts dat het regende, maar het zal het grazen van de dieren zijn geweest dat de bladeren zo deed ruizen.


Het was tegen enen dat we terugkwamen en het had ons eerlijk gezegd, lang genoeg geduurd, vooral omdat we het zo koud hadden en het laatste uur weinig nieuws meer had opgeleverd. De gidsen hebben hun best gedaan om leeuwen te vinden, helaas zonder resultaat, maar we hebben wel een prachtig Damaraland leren kennen en heel veel dieren onderweg gezien. Het was dan ook heerlijk om na een lichte lunch bij het zwembad in het zonnetje te relaxen, fijn om even niets te hoeven doen.

                  Palmwag Lodge>>>>

Geen opmerkingen: