Terwijl Rob ging uitchecken moest ik even bij ons chalet wachten op de golfkar om me met de bagage op te pikken. Het duurde even omdat hij eerst een hele groep Italianen, die blijkbaar nog niet allemaal klaar waren, moest ophalen. Tja, dus wat doe ik dan? Juist, een fotootje schieten.
Om half negen gingen we op pad. Steenbok en een groepje giraffen lieten zich zien en, mooi in beeld voor een foto, een Kori Bustard:
Deze jakhals liep een stukje gelijk op met onze auto tot hij weer iets anders ontdekte. Op datzelfde moment zagen we aan de andere kant vlakbij de weg een jakhals liggen. Gewoon op z'n gemak een tukkie doen, zo onbeschermd in het zicht, of net als zijn soortgenoot gisteren gewond of ziek?
Bij Olifantsrus was geen olifant te zien, maar er waren verschillende andere dieren die zich kwamen laven. Een stel Namaqua Sandgrouses, maar dit keer ook Burchell's Sandgrouses, allemaal even prachtig in de veren. Minder prachtig, maar toch altijd wel grappig: een familie wrattenzwijnen. Een paar zebra's, enkele hartenbeesten en springbokken en ook een stel koedoes waren verder van de partij.
Olifantsrus was het laatste stukje kleur en vrolijkheid, want nu volgden zo'n 60 km door een zwartgeblakerde vlakte.
In het begin van dit jaar (ongeveer maart?) is er een grote brand (gecontroleerd bedoeld, maar uit de hand gelopen - naar verluid) geweest, waardoor het hele gebied over grote breedte tot ongeveer Arendsnes volledig verwoest is. Vele dieren zijn hierbij omgekomen, waaronder tientallen neushoorns, een aanzienlijk deel van de totale Etosha-populatie. Je vraagt je rare dingen af, o.a. of het in zo'n termietenheuvel ook zo heet wordt, dat alle termieten doodgaan of zou de hitte niet tot diep onder de grond doordringen? Je kunt je er niet goed een voorstelling van maken, wil het ook eigenlijk niet - al die dieren....
Kilometers lang was er niets dan zwarte kaalheid rondom ons, eindeloos. Maar frappant vonden we hoe er toch op sommige plaatsen ineens al groene sprietjes verschenen en ook kwamen we hier en daar plotsklaps oog in oog met een enkele oryx of struisvogel of groepjes zebra's en hartenbeesten. Vooral in de omgeving van bronnen was er groen, soms zelfs wat struikgewas of lage boompjes. Blijkbaar heeft ofwel aanwezig vocht in de bodem ofwel bluswater (ik denk het eerste, want ik kan me niet voorstellen dat er temidden van deze vuurzee mensen hebben kunnen blussen) iets kunnen sparen. En dan zijn er dus ook dieren, die daar dan toch weer genoeg voedsel vinden om te leven. De neushoornpopulatie is voor lange tijd een klap toegebracht, maar het is ook wel weer mooi om te zien hoe snel de natuur zich op andere punten al weer begint te herstellen.
Met die vreemde gevlekte huid lijken deze hartenbeesten niet ongeschonden aan de brand ontsnapt te zijn. In ieder geval hebben zij het overleefd en als deze veronderstelling klopt, kiezen zij er zo te zien voor om in dit leefgebied te blijven. Het zijn allemaal maar veronderstellingen, omdat deze spookachtige omgeving veel vragen oproept. Het zal ter hoogte van Sonderkop zijn geweest dat we meenden dat we het einde van de branden bereikt hadden, omdat het weer groener werd, maar ook daar voorbij waren er nog weer zwartgeblakerde stukken.
De meeste van de waterpunten liggen vlakbij de weg en hebben we bezocht. Ik weet niet meer precies waar deze grote witte vlakte was, iets voorbij het centrum van de vuurzee, maar door de witte zanderige bodem, de zon en de vele dieren die hier waren, was het wel een indrukwekkende en speciale plaats. Nergens hebben we zoveel struisvogels gezien als hier en ook waren er heel veel gnoes.
Hij kon er wel om lachen...
We kwamen langs nog meer goed bezochte waterputten en het landschap kreeg langzaam maar zeker weer meer kleur.
Bij het Sprookjesbos zagen we weinig sprookjesfiguren, maar wel deze varaan en gelukkig weer veel groen.
Augur Buzzard? Rechtsboven: Double-banded Courser/Dubbelbanddrawwertje. Onder een leeuwerik- of lijstersoort, maar welke precies...?
Secretarisvogel
We hadden een tip gekregen om naar Okondeka te gaan, wel een stukje omrijden maar daardoor niet zo in trek bij toeristen en dus rustig, bovendien permanent met water wat vele dieren zou trekken.
Zo reden we via het gortdroge en verlaten Leeubron door uitgestrekte savannes naar Okondeka. Het laatste stuk weg bood weer een fascinerend schouwspel: rechts de oneindig witte, wat heiïge vlakte van de Etosha Pan, links de eindeloze graslanden, waar zich een lang lint van twee rijen springbokken voortbewoog in een gelijkmatig rustig tempo - één naar en één vanaf de bron. Enkele oryxen hadden het niet zo op onze auto toen we hun pad kruisten bij de nadering van de bron, maar de springbokken staken onverstoorbaar vlak voor ons de weg over. Als in een trance bewogen de dieren zich voort, een bijna surrealistisch tafereel.
Okondeka
De ene oryx rent voor je weg, de andere blijft rustig naast de auto staan.
Mmmm, lekker een zandwasbeurt